In de documentatie bij Visual Basic wordt gebruik gemaakt van de volgende typografische stijlen:
Voorbeelden | Beschrijving |
---|---|
Sub, If, ChDir, Print, True, Debug | Woorden in vet met een hoofdletter duiden op Engelstalige sleutelwoorden. |
Setup | Woorden die u zelf moet typen, staan vet afgedrukt. |
Object, variabele, argumenten | Cursieve woorden zonder hoofdletters duiden tijdelijke aanduidingen aan voor gegevens die u zelf opgeeft. |
Pathname, filenumber | Vette, cursieve woorden in kleine letters duiden op tijdelijke aanduidingen voor argumenten aan waarbij u ≤f positionele syntaxis ≤f syntaxis met benoemde argumenten kunt gebruiken. |
[expressies] | In de syntaxis zijn onderdelen tussen vierkante haken optioneel. |
{While | Until} | In de syntaxis duiden accolades en een verticale streep een verplichte keuze aan tussen twee of meer onderdelen. U moet een van deze onderdelen kiezen tenzij alle onderdelen ook nog tussen haken staan. Bijvoorbeeld:
[{Dit | OfDat}] |
ESC, ENTER | Woorden in hoofdletters duiden toetsnamen en toetsenreeksen aan. |
ALT+F1, CTRL+R | Een plus (+) tussen toetsnamen duidt een combinatie van toetsen aan. Bijvoorbeeld: ALT+F1 betekent: æhoud de ALT-toets ingedrukt terwijl u F1 indruktÆ. |
Conventies in programmacode
In programmacode worden de volgende conventies gebruikt:
Voorbeeldcode | Beschrijving |
---|---|
|
Dit lettertype wordt gebruikt voor programmacode, variabelen en foutmeldingen. |
|
Een apostrof (') gaat vooraf aan opmerkingen in de programmacode. |
|
Een spatie en een onderstrepingsteken (_) geven aan dat de programmacode op de volgende regel doorloopt. |